b1-teksten b1-tekstschrijver

Hoe schrijf je B1-teksten over moeilijke onderwerpen?


Een wetenschappelijke, juridische of technische tekst op B1-niveau schrijven, dat is nog niet zo makkelijk. Gelukkig kán het wel. Zonder de inhoud tekort te doen. In dit blog lees je 5 tips om B1-teksten te schrijven over moeilijke onderwerpen.

Weet je nog niet (goed) wat B1 is? Check dan deze blogs met tips voor B1-teksten:

Schrijf voor je lezer

De eerste stap richting een begrijpelijke tekst, is schrijven voor je lezer. Onderzoeksrapporten, brieven en wetenschappelijke artikelen schrijf je niet voor jezelf. Je schrijft ze om je boodschap over te brengen. Op één lezer, in het geval van een persoonlijke brief. Of op heel veel mensen, als je een baanbrekende ontdekking hebt gedaan die je met de wereld wil delen. Maar altijd voor je lezer.

Neem daarom voordat je je tekst gaat schrijven iemand in gedachten. Liefst iemand uit je doelgroep. Gaat je tekst over het aanvragen van hulp in het huishouden? Vraag je dan af of je eigen opa of oma je brief begrijpen. Schrijf je over kunstmatige intelligentie? Leg je uitvinding zo uit dat je op de school van je kind, neef of nicht kunt vertellen.

Hoe je dat doet, lees je hier.

Tip 1: Begin met je conclusie

Als je een brief ontvangt van de Overheid, wil je maar één ding weten: moet ik betalen of krijg ik geld terug? Over het hoe en waarom lees je later wel, als je weet wat de schade is. Toch draaien schrijvers van deze brieven het vaak om. Ze vertellen eerst wat de reden is voor een beslissing, en zeggen daarna pas wat die beslissing is.

Je lezers hebben daar niks aan. Die begrijpen de argumenten namelijk pas als ze weten wat de conclusie is. Ze hebben context nodig. Pas als ze die hebben, kunnen de hersenen beginnen met het verwerken van de argumenten.

Voor een wetenschappelijk artikel geldt hetzelfde. Vertel eerst wat uit je onderzoek bleek. En ga daarna pas in op de vraag hoe je hierachter bent gekomen. Als mensen weten welke richting je tekst opgaat, begrijpen ze de informatie over hoe daar bent gekomen veel makkelijker.

Het enige genre waarin je (meestal) niet begint met de conclusie, is fictie. Wat is een detective, als je al weet wie het heeft gedaan?

Tip 2: Leg jargon uit

De grootste uitdaging van B1-teksten schrijven over ‘moeilijke’ onderwerpen, is het vermijden van jargon. Vaktermen zijn er immers niet voor niets. Ze beschrijven een onderwerp beter dan een term uit ons dagelijks taalgebruik.

De simpele tip om jargon te vermijden, lukt daarom in moeilijke teksten niet altijd. Maar, hoe zorg je er dan voor dat je tóch B1 schrijft?

Dat doe je door vaktermen uit te leggen. Dat kan al in een korte zin die volgt op de zin waarin je de vakterm voor het eerst gebruikte. In de online marketing is ‘conversie’ bijvoorbeeld een gangbare vakterm. Wil je deze term gebruiken in een B1-tekst, dan doe je dat als volgt:

Het doel van deze tekst is om de conversie te verbeteren. Dat betekent dat we willen dat zoveel mogelijk mensen het contactformulier invullen.

Heb je het jargon eenmaal uitgelegd, dan mag je het daarna vaker gebruiken. Maar alleen als het echt nodig is. Kun je het vermijden of anders omschrijven, kies dan voor de makkelijkere optie.

Tip 3: Geef voorbeelden

Een moeilijke tekst is vaak zo lastig te begrijpen, omdat de inhoud heel abstract is. Het spreekt niet tot de verbeelding. Dat maakt het lastig voor mensen om zich er iets bij voor te stellen.

Daarom aan jou de taak om je tekst concreet te maken. Zorg ervoor dat de abstracte inhoud gaat leven in het hoofd van je lezer. Hoe je dat doet? Met voorbeelden. Heb je onderzoek gedaan over kunstmatige intelligentie, dan beschrijf je twee manieren waarop bedrijven dit nu al toepassen. Vervolgens leg je uit wat jouw conclusie hier nog aan toevoegt.

Werk het liefst met herkenbare situaties. Maak bijvoorbeeld een vergelijking met een bekende film of serie. Ken de conclusie van je onderzoek vervolgens toe aan één van de karakters. Bijvoorbeeld:

Dankzij kunstmatige intelligentie kan iedereen zich straks voordoen als Mike uit Suits. Alleen hoef je zelf geen fotografisch geheugen meer te hebben, maar helpt de software je hierbij.

Door op deze manier te schrijven, krijgen mensen een beeld van je onderzoek. Ook vergelijkingen met sport, muziek en viral video’s werken goed. Kijk uit met maatschappelijke vergelijkingen. Want als iedereen een onderwerp kent, is de kans groot dat iedereen een mening heeft. Je wilt voorkomen dat ze die mening gaan koppelen aan jouw onderzoek.

Tip 4: Breng structuur aan

Een grote valkuil van teksten over moeilijke onderwerpen, is dat ze te veel tegelijk willen vertellen. Het gevolg is lange alinea’s zonder tussenkoppen. Terwijl het voor B1-teksten juist ontzettend belangrijk is om structuur aan te brengen. Waar let je op?

Alinea’s

Witruimte zegt op zichzelf misschien niets, maar is voor de leesbaarheid van een tekst ontzettend belangrijk. Een pagina die vol staat met letters schrikt mensen af. Zelfs degenen die de tekst wel kunnen begrijpen.

Maak daarom genoeg gebruik van witruimte. Hoeveel je nodig hebt, verschilt per medium. Op papier lezen is makkelijker dan vanaf een scherm. Komt je tekst online te staan, dan zijn alinea’s essentieel.

Voor online tekst geldt een optimale alinealengte van minimaal 2 zinnen en maximaal 150 woorden. Dat eerste geldt vooral voor brieven, dat tweede voor inhoudelijke artikelen. Persoonlijk geef ik de voorkeur aan alinea’s van 3 of 4 regels. Zo zijn je teksten niet staccato – wat snel gebeurt als je elke zin op een nieuwe regel zet – maar houd je het wel overzichtelijk.

Zorg er ook voor dat je alinea’s in balans zijn. Dat houdt in dat elke alinea ongeveer even lang is. Een tekst die telkens wisselt tussen hele lange stukken tekst en alinea’s van één regel, zaait verwarring. Wat je wél kunt doen, is tussen langere alinea’s af en toe een korte conclusie trekken. Daar vestig je dan de aandacht op.

Tussenkoppen

Gebruik tussenkoppen om onderscheid aan te brengen tussen verschillende delen van de inhoud. Hoe lang een tekst mag zijn tot de volgende tussenkop, verschilt per type tekst.

Voor een brief is het fijn als er al na een paar zinnen een nieuwe tussenkop staat. Voor een online tekst mag je gerust 300 woorden schrijven tot je weer een tussenkop plaatst. En voor een artikel in een tijdschrift is het geen probleem als je pas na 500 woorden weer een kop gebruikt.

Schrijf je een tussenkop, maak die dan zo informatief mogelijk. Zo weten mensen wat ze van de paragraaf kunnen verwachten. Dit helpt bij het begrijpen ervan.

Zinslengte

Daarnaast speelt de lengte van zinnen een grote rol in de begrijpelijkheid ervan. Korte zinnen zijn makkelijker te verwerken dan lange zinnen. Toch mag een zin best uit meer dan 10 woorden bestaan. Zolang je de zin maar duidelijk houdt.

In de praktijk betekent dit vooral dat je bijzinnen moet vermijden. Informatie die je normaal tussen komma’s zet, omdat je die belangrijk vindt, koppel je nu los. Nee, dat zeggen we anders. Zet je belangrijke informatie normaal tussen komma’s? Koppel deze dan los in een nieuwe zin. Dat leest veel eenvoudiger.

Het is een misvatting dat B1-teksten alleen uit korte zinnen bestaan. Een tekst op dit niveau mag best afwisseling hebben in zinslengte. Zolang je lezer de zin maar in één keer kan begrijpen. Moet iemand terug in de tekst om iets nog een keer te lezen, dan heb je als schrijver je werk niet goed gedaan. En ja, die zin bestaat uit 23 woorden. En ja, die is gewoon goed leesbaar.

Signaalwoorden

Signaalwoorden zijn woorden zoals ‘maar’, ‘en’ en ‘omdat’. Ze geven het verband aan tussen twee zinnen. Zo is ‘maar’ een aanwijzing voor een tegenstelling, en wijst ‘en’ op een opsomming.

Onderdeel van B1 is dat je kiest voor makkelijke signaalwoorden. Zeg geen ‘derhalve’, ‘wegens’ of ‘vanwege’, maar ‘omdat’. En zeg geen ‘echter’ of ‘desalniettemin’, maar ‘maar’. Dit is een hele simpele manier om een tekst over een moeilijk onderwerp met een paar kleine aanpassingen makkelijker te maken.

Zeker bij signaalwoorden geldt voor B1 dat je schrijft zoals je praat. Hoe vaak zeg jij tegen je vrienden dat je ‘zodoende geen tijd hebt om af te spreken’? Precies, dat doe je niet. Daarom horen dit soort moeilijke woorden ook niet thuis in je B1-tekst.

Tip 5: Neem de tijd

Hoe tegenstrijdig ook, makkelijk schrijven is moeilijker dan moeilijk schrijven. Dat komt omdat simpel taalgebruik je dwingt om écht duidelijk te zijn over wat je bedoelt. Achter moeilijke woorden en jargon kun je je verstoppen als expert. Mensen denken al snel: ‘als-ie zo duur kan praten, dan weet-ie er wel veel van’. Maar pas als je je kennis moet uitleggen in begrijpelijke taal, laat je zien dat je echt expert bent.

B1-teksten schrijven vraagt om een nieuwe kijk op je vakgebied. Je vertaalt je theoretische kennis naar de alledaagse praktijk. Dat kost tijd. Je moet zoeken naar goede vergelijkingen om je inzichten duidelijk te maken. Je hebt voorbeelden nodig die de theorie verbinden met de echte wereld. En dan moet je ook nog structuur aanbrengen zodat iedereen je kan volgen.

Hoe weet je of je B1-teksten goed zijn?

Over moeilijke teksten stellen mensen geen vragen. Ze zijn allang blij als ze er een soort-van conclusie uit kunnen halen. Dus laten ze je met rust. Want als ze vragen stellen, lijkt het net alsof ze je niet begrepen hebben. En niemand wil dom overkomen.

Over makkelijke teksten stellen mensen wél vragen. Want als ze begrijpen wat je zegt, dan willen ze meer van je weten. Ze zijn nieuwsgierig, krijgen interesse in het onderwerp en willen er zelf mee aan de slag. Ze voelen zich slim, omdat ze de tekst van zo’n slim persoon in één keer konden begrijpen.

Een goede test is om je tekst voor te leggen aan iemand buiten je vakgebied. Houd diegene tijdens het lezen in de gaten. (Niet te opvallend, dat leidt af.) Zie je dat je lezer fronst, hapert of bepaalde zinnen meerdere keren leest. Dan ben je er nog niet. Stel je na het lezen een vraag en kan je lezer die meteen beantwoorden? Dan heb je je werk goed gedaan.

B1-tekstschrijver inhuren

Kost B1-schrijven je te veel tijd of lukt het je niet om jezelf los te koppelen van de inhoud? Schakel dan een B1-tekstschrijver in. Mij bijvoorbeeld 😉 Ik (her)schrijf vaak teksten op B1-niveau en help je graag om ook jouw teksten begrijpelijk te maken voor een grote doelgroep. Meer weten? Check deze pagina of neem meteen contact op.

Voordat je verdergaat…

Zelf beter leren schrijven? Meld je aan voor de gratis cursus Beter Schrijven in 30 dagen!

Beter schrijven in 30 dagen gratis cursus

Ook interessant

Meer schrijftips ontvangen? Meld je aan voor de maandelijkse nieuwsbrief!